Vertrek aan de Testeltse watermolen en wandel tot de Weefberg, een onderdeel van Averbode Bos en Heide. Via De Demerbroeken en over de Voortberg keer je terug naar je vertrekpunt.
Wandelen vanuit Testelt
Testelt ligt op de rechteroever van de Demer tussen Diest en Aarschot, in het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant. Het dorp wordt een beetje scheefgedrukt tussen het vruchtbare Hageland en de zandige, bosrijke Zuiderkempen. Niet ver hier vandaan vind je twee religieuze parels: de abdij van Averbode en de basiliek van Scherpenheuvel.
Maar ook in Testelt zelf vind je enkele architecturale pareltjes die in de streekeigen ijzerzandsteen zijn opgetrokken. De Sint-Pieterskerk is er een mooi voorbeeld van. Deze bouwstijl wordt trouwens Demergothiek genoemd. Ook de watermolen, vroeger eigendom van de abdij van Averbode, bestaat deels uit deze ijzerzandsteen. Het oudste deel van deze korenmolen dateert uit de 15de eeuw.
Van op Voortberg (knooppunt 298 - 59), een overblijfsel van vroegere zandbank van de oude Diestiaanzee, heb je een indrukwekkend panoramisch zicht over Testelt en het begin van het Hageland.
Als je hier gaat wandelen, kom je automatisch in de Demerbroeken terecht. Het gebied werd door de Demer gevormd en bestaat uit moerassen, hooilanden en turfputten. De bekende Vlaamse schrijver Ernest Claes deed hier zijn inspiratie op. Wanneer je door het land van de Witte wandelt, begrijp je waarom hier romans over geschreven zijn. Wie het gebied bezoekt, kan Schotse Galloways en Shetlanders tegenkomen. Die lopen in kuddeverband los in het gebied tussen Zichem en de Voortberg.
De geschiedenis van Testelt
Testelt wordt voor het eerst vernoemd in 1147. De naam zou te maken hebben met de ligging van de nederzetting op de helling
van de Voortberg. Een andere benadering spreekt van een verwantschap met het oude Germaanse woord voor “Distel”. Testelt zou dan een woeste streek vol doornige struiken zijn geweest.
Tegen het einde van de 12de eeuw beheersten de norbertijnen monniken het dorpsleven: zij bedienden de kerk van Testelt,
konden er tienden heffen en bezaten er vier grote hoeven en een belangrijk watermolencomplex op de Demer.
Vooral de wijnteelt werd in de late middeleeuwen een belangrijke bron van inkomsten. De Demer was niet langer de belangrijkste
verkeersader door dit prachtige land. Het transport verliep meer en meer via nieuw aangelegde wegen. Ook de handel viel stil. Zo
werd Testelt een dorp waar de lokale bewoners zich bezig hielden met landbouw voor eigen gebruik.
