Kasteel de Merode
De geschiedenis
Omstreeks het jaar 1000 schonk Graaf Ansfried zijn domein Olen-Westerlo aan het kapittel van Utrecht, die het op hun beurt in de dertiende
eeuw aan het geslacht van Wezemaal in erfpacht gaf. Omdat de wettige afstamming van Jan II (1417-1464), de laatste heer van Westerlo uit het riddergeslacht van de van Wezemaals betwist werd en omdat diezelfde Jan II zich als erfpachter aan wanbetalingen bezondigde, besloten de Utrechtse kapittels om de goederen van Westerlo aan de naaste verwanten van de van Wezemaals over te dragen, namelijk de familie de Merode. Door het huwelijk van Richard I de Merode met Margaretha van Wezemaal, rond 1353-1356 werden de Merodes erfpachter van de goederen van Westerlo. Maar Jan II kon met de hulp van de hertogen van Brabant zijn positie handhaven en bleef tot zijn dood heer en meester in het slot van Westerlo. Het was pas Jan IV de Merode die rond 1488 het kasteel en de heerlijkheid verwierf. Na een succesvolle militaire carrière werd Philippe II de Merode op 21 mei 1626 de eerste markies van Westerlo. Het was de Spaanse koning Filips IV die van Westerlo een markizaat maakte. Jan Filips Eugeen de Merode (1674-1732) verfraaide het kasteel en Westerlo met dreven, een spiegelvijver en een mooie ridderzaal.
De familie de Merode onderscheidde zich bij de onafhankelijkheidsstrijd van België in 1830. Frédéric de Merode sneuvelde in Berchem. Zijn broer Félix werd minister van State in 1831 en was van 1832 tot 1838 minister van Buitenlandse Zaken. Een andere broer Werner werd in 1831 lid van het Nationaal Congres voor Leuven. Henri de Merode werd in 1831 senator voor het kies-arrondissement Brussel. Henri de Merode vestigde zich na de restauratie ‘van het sinds 1762 verwaarloosde kasteel’ in 1842 in Westerlo. Op 25 april 1930 kreeg de familie van koning Albert I de prinselijke titel ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de onafhankelijkheid van België.
Momenteel is het kasteel bewoond door prins Simon de Merode, zijn vrouw prinses Anna Pigott en hun tweeling Rose en Marina. Grootmoeder gravin Henriette de Vögué woont ook nog op het kasteel. Het kasteel is alleen te bezoeken bij evenementen zoals de Kasteelfeesten.
Waar vroeger Hotel de Marly stond, aan het einde van de Polderstraat, bevind zich nu Veiligheidscentrum de Marly van de brandweerzone Kempen en de politiezone Zuiderkempen. Langs hier kwam de tram van Herselt binnen in Westerlo. Aan de Marly kon men brandstof en water bijtanken.
Op de Grote Markt en in kasteel de Merode had men al in 1901 elektriciteit. Het waren graaf Henri de Merode en gravin Jeanne de Merode die hier samen voor gezorgd hadden, door ketels en toebehoren te plaatsen in een gebouw vlak aan de ingang van het kasteel in de Polderstraat. Nu doet het gebouw dienst als vissersclub. Voor de privéhuizen op de Grote Markt gold echter de regel dat er maar één elektrische lamp mocht branden. Veldwachter Cyriel De Meyere hield een oogje in het zeil.